Groep 6
Vanaf groep 6 horen de leerlingen nu echt bij de bovenbouw. En dat betekent weer een hele hoop nieuwe dingen leren. Groep 6 is tevens het laatste jaar op de hoofd locatie. Hierna gaan de kinderen naar het Kulturhus. Ze zijn nu wel de oudsten op de hoofd locatie.
Stam +t
In groep 6 wordt voor het eerst geoefend met het schrijven van werkwoorden. Die d’s en t’s van de werkwoordspelling komen in groep 6 voor het eerst aan bod. Er wordt (met “d-t” dus) geoefend met de basisprincipes van de werkwoordspelling. Eerst wordt er geoefend met de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Dit zijn ook wel de zwakke werkwoorden waarbij de werkwoordspelling toegepast kan worden (ik stop, hij stopt, wij stoppen, hij stopte, wij stopten). Dit betreft de eerste kennismaking.
Verder door met de zinsontleding
Ook grammatica blijft belangrijk. Redekundig en taalkundig ontleden wordt steeds een beetje verder uitgebreid. Je zou het misschien niet zeggen, maar hiermee wordt ook de basis gelegd van het leren van vreemde talen. Handig voor later!
De getallen gaan de lucht in
Werkten de kinderen al met grote getallen. Groep 6 gaat echt de lucht in. De grootste getallen worden gebruikt om op te tellen of af te trekken. Ook worden er keersommen gemaakt met grote getallen. En, de grote deelsommen komen in groep 6 de hoek om kijken die de kinderen vanuit herhaald aftrekken uitrekenen. Daarnaast wordt een start gemaakt met het rekenen met breuken. Eerst eenvoudig tot het verdelen of kleuren van een deel van een ‘taart’ of ‘pizza’. Toch gaat het in groep 6 ook verder door breuken met elkaar te vergelijken door ze gelijknamig te maken. Verder wordt er een stap gemaakt in het metriek stelsel en leren kinderen verschillende maten met elkaar te vergelijken en te kiezen welke groter of kleiner is.
Topografie: Nederland verder uitgediept
De provincies van Nederland, de wateren en de hoofdsteden per provincie – ze komen allemaal nog een keer aan bod in groep 6. In groep 5 is hier al een start mee gemaakt. Toch wordt er in groep 6 dieper gekeken. Een deel van Nederland, het oosten – westen – noorden – zuiden, staat centraal waarbij de kinderen de belangrijkste steden, wateren of gebieden leren. Dit doen ze vooral vanuit het speelse oefenprogramma ‘Topomasters’ waarbij ze ook leuke feitjes leren. Het bekende ‘stampwerk’ om de topografie te leren laten we achter ons liggen. Op een speelse en leerzame manier leren de kinderen de topografie van Nederland en later Europa en de Wereld.
Boekenmarkt en spreekbeurt
Op de Kingschool geven we een ander ‘luchtje’ aan de bekende boekbespreking. Vanuit een soort boekenmarkt presenteren de kinderen hun gelezen boek. De verwerking vindt plaats op een werkblad die ze later aan hun rapportfolio (ter verzameling) toevoegen. Alles vindt op school plaats; zowel het lezen van het boek als het verwerken ervan.
Ook in groep 6 doen de kinderen een spreekbeurt. Ze kiezen een onderwerp waar ze al veel over weten. Doel blijft het presenteren. Daarnaast is een ander doel het publiek, in dit geval de klas, iets te leren over het onderwerp. De voorbereiding vindt thuis plaats.
En verder in groep 6?
De verkeersquiz! De kinderen maken een verkeersquiz waarbij de twee best scorende leerlingen mee mogen doen met de Dinkellandse verkeersquiz! Ze strijden dan tegen andere scholen met de hoop verkeerskampioen te worden.
Dalton en groep 6…
Vrijheid en verantwoordelijkheid
De leerlingen van groep 6 werken met een nieuwe taakbrief. Hierin staat centraal zelf een keuze te maken om deel te nemen aan een instructie voor spelling, rekenen en taal. Dit doen we stapsgewijs. Eerst voor spelling, later voor taal. De kinderen krijgen verantwoordelijkheid in het kiezen van een juiste taak waarin ze willen oefenen (eigenaarschap).
Zelfstandigheid
In groep 6 wordt steeds meer een beroep gedaan op de zelfstandigheid. Juist ook omdat kinderen zelf een keuze maken om wel of niet deel te nemen aan een instructie. Dat betekent dat ze langere tijd zichzelf moeten kunnen redden, al dan niet met hulp van een maatje.
Samenwerken
Ook in groep 6 maken de kinderen een taak met hun maatje. Wekelijks werken de kinderen met een ander maatje. Het maatjeswerk wordt samen gepland en geëvalueerd. Net als in groep 5 krijgen de kinderen meer taken die ze in teamverband uit moeten voeren. Dit o.a. bij vakken als wereldoriëntatie en burgerschap.
Effectiviteit
De taakbrief wordt belangrijker en belangrijker. Het geeft de leerling een overzicht wat er van hem of haar wordt verwacht. Doordat leerlingen steeds meer de keuze krijgen in het wel of niet deelnemen aan een instructie, bevorderd dit de effectiviteit in werktijd; leerlingen hoeven niet te wachten op een instructie terwijl ze de verwerking al kunnen maken.
Reflectie
Juist omdat kinderen meer verantwoordelijkheid krijgen betekent dit ook dat deze verantwoordelijkheid geëvalueerd moet worden. Middels verschillende gespreksvormen (voortgangsgesprek, snappetgesprek, adviesgesprek) wordt gekeken hoe de leerling op dit moment leert en werkt. Op de taakbrief wordt gereflecteerd op een taak. Daarnaast wordt beschreven welke taak moeilijk was en waarom en of de leerling hierbij nog hulp nodig heeft.
Borging
Net zoals in de groepen 4 en 5 is de taakbrief een borgingsinstrument. Daarnaast is het rapportfolio een verzameling van documenten waarin resultaten, doelen, ontwikkelingen en of afspraken worden vastgelegd.