Groep 2

In groep 2 zijn de kinderen niet meer de jongsten van de school. Zijn zijn steeds meer vertrouwd aan het systeem en in het naar school gaan. De grote kleuter kent de weg en maakt de jongere kinderen wegwijs. Iets waar we in school veel op inzetten; samen elkaar verder kunnen helpen.
We leren samen de dagen van de week te benoemen. En verder dan tien te tellen. De meeste kleuren zijn in groep 1 al aangeleerd, maar nuances zoals lichtblauw komen nu ook voor. Ook het rijmen krijgen de kinderen in groep 2 (verder) onder de knie. Samen spelletjes doen vinden de meeste kinderen heel leuk. Wat rijmt er op huis?

Een begin maken met woordjes

In groep 2 leren we letters en korte woordjes lezen. Kinderen kunnen met de letters die al bekend zijn nieuwe woordjes maken. Het herkennen van woordjes gaat ook steeds makkelijker. Op melkpakken, borden en brieven staan ineens letters die ze herkennen. Hoe leuk is dat! Iedere week staat er een letter in de klas centraal. Deze letter wordt dan ook fonetisch (zoals het klinkt) uitgesproken. Dus niet ‘Em’ voor de M, maar mmmm. Hierdoor leren de kinderen bij het hakken en plakken dat losse letters een woord vormen. M-O-L wordt mol! Hakken en plakken is dan ook een hele belangrijke oefening in groep 2.

Eigen naam herkennen en schrijven

Kinderen in groep 2 kennen al een aantal letters. Niet gek, want hier is tijdens taal in groep 1 al behoorlijk wat aandacht aan besteed. In groep 2 wordt hierop voortgeborduurd. De kinderen leerden in groep 1 al de letters van hun eigen naam herkennen en gaan in groep 2 aan de slag met het schrijven van hun eigen naam. In groep 1 maakten ze hier al een beginnetje mee, maar was het niet erg als dat beperkt bleef tot het krabbelen van de naam. Nu leren ze hun eigen naam leesbaar te schrijven of te stempelen. Bij het schrijven (en kleuren) is er aandacht voor de juiste pengreep.

Begrijpend luisteren en navertellen van een verhaal

In groep 2 wordt veel aandacht besteed aan begrijpend luisteren. Het voorlezen blijft dan ook erg belangrijk en staat vaak op het programma in groep 2. In groep 1 werd hier al een begin mee gemaakt, maar dit wordt in groep 2 verder uitgebreid. De uitbreiding zit hem vooral in de tijd; langer kunnen luisteren naar een verhaal. Omdat kinderen in deze groep soms nog wat snel afgeleid zijn, vindt er interactie plaats tijdens het verhaal. De leerkracht stopt bijvoorbeeld om een vraag te stellen. Alleen door begrijpend luisteren zijn kinderen in staat om het antwoord op de vraag te geven.

Net als voor de bovenstaande onderwerpen geldt ook voor verhalen (na)vertellen dat dit in groep 2 verder uitgebreid wordt. In groep 2 worden de kinderen meer en meer gestimuleerd om een verhaal na te vertellen zonder gebruik te maken van illustraties en/of concrete materialen. Bovendien wordt verwacht dat het een kort verhaaltje vloeiend en verstaanbaar kan vertellen. Hierbij is het niet alleen belangrijk dat de kinderen de juiste woorden gebruiken, maar ook dat er aandacht is voor het goed formuleren van zinnen.

Uitbreiding woordenschat

Omdat het voor de rest van de basisschooltijd belangrijk is dat een kind veel woorden kent, wordt er in groep 2 veel aandacht besteed aan het uitbreiden van de woordenschat. Aan het eind van deze groep wordt er verwacht dat de kinderen een actieve woordenschat van 3500 woorden hebben en een passieve woordenschat van 7000 woorden. Passieve woorden zijn woorden die je herkent als je het hoort of leest. Deze woorden worden nog niet gebruikt in een gesprek. Actieve woorden zijn woorden die je juist wel in een gesprek gebruikt.
Om de woordenschat flink uit te bereiden wordt er gebruik gemaakt van veel rijmwerkvormen. De basis uit groep 1 wordt gebruikt om een stapje verder te gaan. Zo leren de kinderen versjes en rijmpjes op te zeggen en te onthouden. Ook oefenen we met het afmaken van rijmzinnen.

Hakken en plakken

In groep 2 gaan we verder met het hakken en plakken van klankgroepen. Dit is een methode om woorden in klanken op te delen. In groep 1 hebben de kinderen hier al kennis mee gemaakt. Hakken en plakken wordt gebruikt om te leren lezen en schrijven. Bij hakken en plakken hakt het kind een woord eerst in stukjes om deze vervolgens weer aan elkaar te plakken. Een klankgroep is niets anders dan een stukje van een gesproken woord. ‘Pen’ wordt bijvoorbeeld  ‘p-e-n’ en ‘boer’ wordt ‘b-oe-r’. In het woord ‘pen’ heeft iedere letter een eigen klank, terwijl de ‘oe’ in ‘boer’ één klank is. Vandaar dat dit woord ook in drie stukjes gehakt wordt. Door aan de slag te gaan met hakken en plakken leren de kinderen om de verschillende klanken in woorden te herkennen.

Rekenen

In groep 2 leren de kinderen de getalrij tot 20 op te noemen. We oefenen ook het verder tellen en terugtellen. Ook zijn we bezig met het benoemen van buurgetallen. Zo zijn de buren van ‘9’ de getallen ’10’ en ‘8’. Ook gaan we aan de slag met begrippen veel-weinig, groot-klein, kort-lang, dik-dun etc. De kinderen kunnen hoeveelheden rangschikken en ordenen. Het koppelen van een hoeveelheid aan een getal is een belangrijk voorwaarde om de stap naar groep 3 te kunnen maken.

Sociale ontwikkeling

In de klas samen spelen, in plaats van alleen met iets bezig te gaan, wordt steeds normaler. Ook zal de leerkracht ervoor zorgen dat de kinderen beter leren samen te werken en samen te spelen. Langzaam leren ze zich steeds iets beter in de ander te verplaatsen. In een kleutergroep zijn er continu kleine sociale conflicten. Dat is heel normaal. De kinderen leren hiervan; op een veilige manier omgaan met conflicten.

 

Dalton en groep 2…