Groep 5
In groep 5 krijgen kinderen steeds meer interesse in de ‘volwassen’ wereld. Dat komt goed uit want wereldoriëntatie staat voor het eerst echt op het programma van groep 5. Wereldoriëntatie is een verzamelnaam voor zes vakken; geschiedenis, aardrijkskunde, techniek, mens & maatschappij, godsdienst en biologie & cultuur. Hoewel er in groep 4 een voorzichtige start is gemaakt met wereldoriëntatie, krijgt het vak vanaf groep 5 nu meer vorm met feitenkennis.
De wereld gaat open!
Wereldoriëntatie is een verzamelnaam voor zes vakken; geschiedenis, aardrijkskunde, techniek, mens & maatschappij, godsdienst en biologie & cultuur. Met wereldoriëntatie leren de kinderen meer over hoe de wereld in elkaar steekt. Vooral de blinkende middagen staan in het teken van wereldoriëntatie waarbij de kinderen al onderzoekend en ontdekkend aan de slag gaan rondom een thema. De kinderen maken kennis met bepaalde tijden zoals die van de Middeleeuwen met haar ridders. Maar ook ontdekken kinderen dat er meer is dan alleen de eigen omgeving. Een uitstapje naar een andere cultuur wordt snel gemaakt. Er gaat letterlijk een wereld voor hem of haar open!
Topografie in groep 5
Waar ligt Denekamp? Opa en oma wonen toch in Drenthe? Wat is de hoofdstad van Nederland? In groep 5 starten de kinderen met topografie, ook wel topo genoemd. Ze leren eerst de Nederlandse hoofdsteden en provincies. Ook is er aandacht voor de belangrijkste wateren (Noordzee, Rijn, IJsselmeer). Het oefenen gaat spelenderwijs.
Rekenen
Ging het rekenen met de getallen al de hoogte in. Nu zal het tempo ook hoger worden. Er is in groep 5 eerst aandacht om de laatste tafels goed geautomatiseerd te krijgen (tafel van 6 tot en met 9). Daarna zal snel de brug worden geslagen naar de deelsommen. Ook het optellen en aftrekken wordt uitgebreid. Hoewel de strategie grotendeels hetzelfde blijft, zullen de kinderen steeds grotere getallen tegenkomen. In het begin van groep 5 leren de kinderen sommen op te tellen en af te trekken tot 1000. Later in het jaar gaan ze aan de slag met getallen tot 10.000 waarbij ze leren verder en terug te tellen.
In groep 5 leren de kinderen de analoge klok af te lezen. Alle tijden kunnen ze na groep 5 opnoemen. Ook wordt er een start gemaakt met de digitale tijd. Er is is aandacht voor de uren, minuten, seconden op zowel een digitale als analoge klok.
Taal: Lezen en schrijven van woorden en zinnen
In groep 5 gaat de woordenschat omhoog. In een mum van tijd leren de kinderen vele woorden die ze ook kunnen toepassen. Lezen gaat steeds vlotter. In groep 5 kunnen de kinderen zonder probleem zinnen van tien woorden lezen. Ook woorden met drie- en vier-lettergrepen is geen enkel probleem.
Bij het vak spelling blijft er aandacht voor de letterdief (aapen = apen) en dubbelzetter (baKKer). Maar ook andere regels komen aan bod (woorden met -cht, woorden met -lijk, -ig, -ou, -au etc.). Op het gebied van spelling komt er veel op de kinderen af.
De taallessen zijn gericht op het maken van goede zinnen. Daarvoor leren de kinderen de persoonsvorm en het onderwerp. Ze leren wat een zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en een werkwoord is.
Wat maakt groep 5 vooral bijzonder?
De kinderen in groep 5 houden hun eerste spreekbeurt. Dat doen ze alleen. De voorbereiding vindt thuis plaats. Het onderwerp is niet lastig. Ze vertellen over zichzelf, hun gezin/familie en voorkeuren. Het doel van de spreekbeurt betreft voornamelijk het oefenen in het presenteren.
DALTON EN GROEP 5 …
Vrijheid en verantwoordelijkheid
De kinderen van groep 5 werken net als met groep 4 met een dag-taakbrief. Na een verkenning van het lesdoel met enkele oefensommen maakt de leerling (evt. samen met de leerkracht) zelf een keuze om wel of niet deel te nemen aan de instructie. De leerling heeft daarnaast zelf de verantwoordelijkheid om bij een moeilijke les om hulp te vragen.
Zelfstandigheid
We leren de kinderen een langere tijd om te gaan met uitgestelde aandacht. Kinderen van groep 5 dienen een kwartier zelfstandig te kunnen werken, ook als juf of meester niet in de buurt is. We geven de kinderen handvatten wat ze kunnen doen als een leerling vast loopt. Tevens oefenen de kinderen om zelfstandig een les, na een instructie, te verwerken. Daarnaast kiezen kinderen zelf voor een eigenaarschap taak waar ze in willen ontwikkelen.
Samenwerken
De kinderen leren een maatjestaak succesvol uit te voeren, met welke leerling dan ook. Ze ontdekken dat het samenwerken de ene keer goed loopt en een andere keer iets minder. Dat is in de maatschappij net zo. Naast maatjeswerk wordt er in de hogere groepen steeds meer beroep gedaan op het samenwerken in grotere groepen. Zo krijgen de kinderen opdracht binnen een team, ieder met een eigen rol en verantwoordelijkheid.
Effectiviteit
Ook in groep 5 is de taakbrief het instrument dat effectiviteit bevorderd. Kinderen zien de structuur van de dag en ontdekken welke basis-taken op het programma staan. Zo ziet de leerling snel wat er van hem, op een dag, verwacht wordt. Het afkleuren van een afgeronde taak geeft overzicht.
Reflectie
Reflecteren kan op verschillende manieren. Aan het einde van de dag wordt de dag beoordeeld op basis van een van de daltonkernwaarden. Daarnaast geven de kinderen zichzelf een cijfer op basis van een gekozen onderwerp van de leerkracht. Reflecteren gebeurd ook in gesprek met de leerkracht of met de leerkracht en de ouders. Reflectie heeft als doel te leren van een ervaring en niet het beoordelen van welk gedrag dan ook.
Borging
Op de taakbrief wordt geborgd aan welk doel de leerling werkt en welke tip hij of zij zichzelf geeft aan het einde van de week. In het rapportfolio wordt het snappet-gesprek vastgelegd waarin de leerling heeft beschreven waar hij of zij de komende periode aan wil werken, wat al goed gaat en hoe dit komt.