Groep 4
In groep 4 leren de kinderen doorlopende zinnen te lezen. Dat betekent ook dat ze al gauw korte verhalen kunnen begrijpen. De een is hier sneller in dan de ander, maar de kans is aanwezig dat de leerlingen binnenkort steeds vaker met een boek op de bank te vinden zijn. Het begrijpen van teksten wordt belangrijker. Eerst ging het vooral om het (her)kennen van woorden. Maar nu komt steeds meer de nadruk te liggen op snappen wat er staat en hoe de zinnen met elkaar in verband staan.
Het leesproces gaat verder!
Om dit bovenstaande onder de knie te krijgen is het maken van leeskilometers enorm belangrijk. Ook voorlezen kan daarbij helpen en vormt een belangrijk aspect in groep 4. Bij voorlezen wordt het begrijpend lezen luisteren getraind en gaat de leerkracht veel in op het leesbegrip.
De leesmotivatie is erg belangrijk. Wanneer een leerling geen of weinig motivatie heeft om te lezen moet hier direct aandacht voor zijn. Op latere leeftijd is het namelijk steeds moeilijker om een kind te leren lezen. Juist omdat de kinderen steeds vaker in aanraking komen met langere en complexere woorden, is dagelijks lezen enorm belangrijk om nieuwe woorden te leren lezen, kennen en begrijpen.
Voor het eerst een taalles of spellingles
In groep 4 krijgen de kinderen voor het eerst te maken met echte taallessen en spellinglessen. Er is vooral veel aandacht voor moeilijke letters. Denk aan de s of z, f of v, ch of g. Ook leren we het verschil tussen korte en lange klanken herkennen. Op het gebied van taal wordt het alfabet ingeoefend en leren kinderen korte woorden al op alfabetische volgorde te zetten. Ook is er aandacht voor het maken van zinnen. Het vraagteken, het uitroepteken en de punt zijn de eerste leestekens waar aandacht voor is. Tevens oefenen we in het gebruiken van lidwoorden. Voorzichtig maken de kinderen kennis met het schrijven van verkleinwoorden en woorden in het enkelvoud en meervoud. Binnen de taallessen in groep 4 wordt veel aandacht geschonken aan woordenschat zodat kinderen in aanraking komen met nieuwe woorden.
Een keer in de vier weken is er een opstelweek waarbij de kinderen leren een opstel te schrijven rondom een onderwerp. In deze week proberen de kinderen al het geleerde (hoofdletters, zinsbouw etc.) toe te passen in een (zelfbedacht) verhaal.
Bij spelling is er eerst aandacht voor klankzuivere woorden. Daarbij is de regel: je schrijft op wat je hoort (t-a-k). Halverwege groep 4 komen de eerste spellingregels aan bod. Denk daarbij aan woorden met eind -d (land, strand). Iets verderop in het schooljaar gaan de kinderen ook kennismaken met de letterdief (aapen = apen) en de dubbelzetter (baKKer). Vooral die laatste twee spellingregels zijn erg lastig en komen in de volgende groepen nog veelvuldig aan de orde.
Rekenen in groep 4
Groep 4 is het leerjaar waar de meeste tafels worden aangeboden. En dat gaat best snel! Vooral de tafels van 1 tot en met 5 en 10 krijgen aandacht en moeten aan het einde van het schooljaar geautomatiseerd zijn. In het tweede deel van het schooljaar komen de overige tafels aan bod, maar het verder automatiseren van deze tafels (6 tot en met 9) is voor groep 5.
Ook het klokkijken is iets wat vaak op het programma staat. We beginnen eerst met de analoge klok (wijzers) met de halve en de hele uren. Daarna wordt er ook al geoefend met de kwartieren. Later in het schooljaar wordt al een voorzichtige start gemaakt met de digitale klok. De getallen in groep 4 worden groter en groter. Niet alleen bij het tellen, maar ook bij het optellen en aftrekken. Er is vooral veel aandacht voor de waarde van getallen (93 bestaat uit 9 tientallen en 3 eenheden) en het plaatsen van getallen op de getallenlijn. Dit is de basis om in de bovenbouw met grote getallen te kunnen rekenen. Het optellen en aftrekken beperkt zich in groep 4 vooral tot 100.
Allemaal een eigen chromebook
In groep 4 krijgen alle kinderen een eigen Chromebook. Oefenden de kinderen in groep 3 voor het vak rekenen nog op hun eigen tablet, nu beschikken ze over een eigen Chromebook waarop taal, spelling en rekenen geoefend wordt. Het vinden van de letters op het toetsenbord is voor de kinderen begin groep 4 nog een echte zoektocht, maar doordat er dagelijks op de Chromebook gewerkt wordt, hebben de kinderen heel snel door waar alle letters staan.
Voor de basisvakken taal, spelling en rekenen maken we gebruik van de digitale leeromgeving van Snappet. Daarnaast oefenen we ook nog veel op papier zodat de kinderen niet de hele dag op een Chromebook werken en het schrijven van cijfers en letters onderhouden wordt.
Snappet is een programma waarop de kinderen adaptief kunnen oefenen. Naast de instructie en basissommen krijgen de kinderen veel tijd om aan de slag te gaan met persoonlijke leerdoelen. Vanaf groep 4 liggen de kinderen qua niveau steeds meer uit elkaar. Ieder kind heeft zijn persoonlijke sterktes en ontwikkelpunten. Met Snappet komen we tegemoet aan alle individuele wensen en behoeften en bieden we onderwijs op maat aan.
Wil je nog meer weten over snappet? Klik dan hier.
Dalton en groep 4…
Vrijheid en verantwoordelijkheid
De kinderen werken met een nieuwe taakbrief waarbij ze zelf hun taken af moeten kleuren. Ze plannen hun eigenaarschap-taken zelf in en zijn zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren en het evalueren van deze taken. In groep 4 krijgen de kinderen de vrijheid en verantwoordelijkheid om zelf de volgorde te bepalen in de te maken taken.
Zelfstandigheid
De kinderen leren om te gaan met uitgestelde aandacht. Dat betekent dat ze zonder de leerkracht zichzelf weten te redden. Een leerling van groep 4 leert minimaal 10 minuten alleen te kunnen werken. Ook wordt de ‘zelfstandigheid’ getraind middels het maken van eigenaarschaps-taken.
Samenwerken
In groep 4 is er elke week een taak die de leerling met zijn of haar maatje moet maken. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het plannen van de taak, het uitvoeren van de taak en het evalueren ervan.
Effectiviteit
In groep 4 mogen de kinderen zelf een keuze maken welke taak ze, na de instructies, als eerste willen maken. De volgorde van de te maken taken ligt (in overleg) bij de leerling. Daarnaast heeft de leerling zelf de keuze welke taken hij of zij wil maken ten aanzien van zijn eigenaarschap. Op die manier oefent elk kind met iets waar hij of zij behoefte aan heeft en past bij zijn of haar ontwikkeling.
Reflectie
Tijdens de weekopening start de leerling met een doel waaraan hij of zij deze week wil werken. Aan het einde van de week geeft de leerling zichzelf een tip voor de komende week. Elke taak wordt afgekleurd. Aan het einde van de dag geeft de leerling zichzelf een beoordeling op één van de daltonkernwaarden. Tijdens de verschillende gesprekken geeft de leerling aan (in het rapportfolio) wat goed gaat en waar de leerling mee wil oefenen.
Borging
De leerling legt zijn of haar resultaten vast in het rapportfolio. Daarin beschrijft hij of zij wat goed gaat en waar de leerling nog mee wil oefenen. In het rapportfolio legt de leerling ook vast waar hij of zij trots op is.